Tips & Trics
Het vissen in een slootje lijkt en klinkt vaak makkelijk. Dit omdat je met een vaste stok en een stukje brood vaak al mooie vangsten hebt kunnen binnen halen. Echter merk ik dat met de vlieghengel het een stuk minder makkelijk gaat dan met een stukje brood of maden. Daarom een paar handige tips om je vangsten te vergroten.
Algemeen bij vliegvissen in de sloot
Zoek de vis bij stukken met veel begroeiing zoals riet. Hier zitten de vissen vaak dichtbij.
In de winter zal je de vis moeten zoeken op de iets diepere stukken van de sloot. Als er bijvoorbeeld flats staan die grenzen in het water, is het verstandig om dicht langs de flats te vissen. Deze geven namelijk warmte af, en dit trekt de vissen aan.
Kijk goed om je heen of je echt wel de ruimte hebt. Vaak ligt een sloot langs de weg of fietspad. Met vliegvissen heb je namelijk evenveel ruimte voor je als achter je nodig. Het zou dan ook erg vervelend zijn als je een passerende fietser of voetganger aan de haak slaat.
Sloten hebben vaak kleine hoekjes of inhammen. de kans is groot dat hier vis zit. Let ook goed op het wateroppervlakte. Op een dag dat er weinig wind staat verraden de vissen zichzelf vaak doordat je kringen of strepen op het water ziet.
Denk niet dat je vliegen allemaal realistisch moeten zijn. Soms kunnen gekken kleuren en vormen ook de aandacht van de vis trekken. Soms moet je gewoon een beetje experimenteren.
Houd altijd in gedachte dat een goede voorbereiding het halve werk is, de rest komt door ervaring. Verwacht niet dat je altijd maar iets vangt. Vaak is niets vangen erg frustrerend maar zeer leerzaam.
Bij zinkende vliegen
Nu zijn er nog wel een paar zaken waar je rekening mee kan houden tijdens het vliegvissen in de sloot. Vooral de diepte van de sloot is belangrijk bij het vissen met een nymph. Deze zinken namelijk en trek je al snel over de bodem door de bagger.
de meeste sloten zijn 1,5 a 2 meter diep. Zodra de nymph in het water ligt zal hij al sneller zinken dan je denkt. Wacht niet te lang met binnen halen. ik wacht altijd 1 tot 3 tellen. Dan weet je zeker dat de nymph een goede diepte heeft bereikt, en dat bij de meeste vissen de interesse is gewekt (mits je de goede nymph gebruikt).
Mocht je dan toch nog bagger of takken of in mijn geval een zak tuinaarde aan de haak slaan, trek deze dan voorzichtig en rustig naar je toe. Als je te hard binnenhaalt weet je zeker dat je stek zo goed als leeg is van de vis.
Als je hebt ingeworpen, haal dan niet te snel binnen. Soms haal ik namelijk iets te enthousiast binnen waardoor de nymph de vissen veel te snel passeert. Hierdoor is de interesse zo goed als weg bij de vissen.
Wacht niet te lang met het wisselen van de nymph. Als je na 5 a 6 keer werpen nog geen reactie hebt, kan je het beste een andere kleur of andere vlieg gebruiken.
Bij droge vliegen
Gooi de vlieg op het water en laat deze daar eerst even rustig liggen. Vaak trekt de inslag op het water de interesse van de vis al. Mocht er toch niks gebeuren, dan kan je kleine rukjes aan je lijn geven. De vlieg maakt dan kleine kringen op het water waardoor het lijkt alsof een insect in het water is gevallen.
Let er goed op dat er overdag vaak geen vliegen op het water zijn. Deze komen vaak pas later op de middag of na het avondeten (in de zomer). Dan stijgen de larven van de vliegen naar de oppervlakte en komen uit.
Kijk voor je met de droge vlieg gaat vissen goed om je heen. Kijk welke vliegen aanwezig zijn op het water, en belangrijker nog, welke kleur deze vliegen hebben. Als je met de verkeerde kleur vlieg aan het vissen bent kan dit erg frustrerend werken. De vissen pakken van alles van de oppervlakte, behalve jouw vlieg.
Mocht je nu niet kunnen zien welke vlieg of kleur aanwezig is op het water, wissel dan snel van vlieg. Gooi 2 a 3 keer in, en bij geen reactie meteen wisselen.
Gooi niet op de vis. Dit zal de vis zeker afschrikken, en dan kan je weer een tijdje wachten tot je deze vis terug ziet. Mik altijd iets voor de vis.
Veel succes!
Reacties
Een reactie posten